Hoe wijzig ik de instellingen voor "Gazonopties" in mijn maaier via de Robomow-app?

Klik op de "Menu"-knop op het startscherm van de Robomow-app om het hoofdmenu te openen zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding.

Klik op "Gazon- en maaieropties". Er verschijnt een nieuw venster met alle gazonopties die voor Robomow kunnen worden ingesteld.

Hier kunt u de gazoninstellingen (extra zones, inactieve perioden, enz.) en Maaierinstellingen (Regensensor, kindersloten, enz.) wijzigen.

Opmerking: Vergeet niet op de knop Opslaan te klikken (indien beschikbaar in de rechterbovenhoek) als u instellingen wijzigt!

Inactieve tijd

Met dit menu-item kunt u inactieve perioden voor Robomow instellen, waarvoor het maaien inactief zal zijn. De inactieve perioden zijn verdeeld in twee delen: Uren en Dagen.

Uren

De instelling Uren geeft Robomow een tijdbereik waarin Robomow gedurende een dag inactief zal zijn. De fabrieksinstelling is hier Uren 1 "AAN" met de velden "Van" en "Tot" respectievelijk ingesteld op 23:00 tot 6:00. Dit betekent dat Robomow van 11 uur 's avonds tot 6 uur 's morgens de basis niet mag verlaten. Om de tijdcomponenten in of uit te schakelen, schuift u de AAN/UIT-knop aan of uit. Met Uren 2 (waar de fabrieksinstelling is ingesteld op "UIT"), kunt u een ander tijdbereik instellen gedurende een dag waarop de maaier niet actief zal zijn, bijvoorbeeld tijdens een lunchpauze. Om de tijdcomponenten in of uit te schakelen , schuif de AAN/UIT-knop in of uit.

Dagen

Hier kunt u specifieke dagen in een week definiëren waarop Robomow de basis niet mag verlaten (d.w.z. inactief zal blijven). Zondag is standaard ingesteld als een inactieve dag. Als u een bepaalde dag inactief wilt maken, moet u of uit de lijst selecteren. Wanneer een bepaalde dag in het geel wordt weergegeven, is het een inactieve dag. Als het grijs is, is het actief.

Bewerkingen (“Maaibereik” in Robomow-modellen van 2015)

Met dit menu-item maakt de Robomow-app aanpassingen aan de maaicyclus. De instelling Bewerkingen is verdeeld in twee delen: Intensiteit (“Maai-uren %” in 2015-modellen) en Interval (“Maaifrequentie” in 2015-modellen).

Intensiteit (“Maai-uren %” in modellen van 2015)

Met de instelling Intensiteit kunt u het aantal maai-uren dat voor uw maaigebied wordt toegewezen, aanpassen. U kunt het aantal bedrijfsuren (in %), dat de maaier nodig heeft om uw gazon te dekken, verhogen/verlagen. 'Nul' betekent Robomow's standaard aantal vereiste maaiuren voor een bepaalde oppervlakte-instelling. Je kunt de intensiteit voor elke zone apart aanpassen.

Interval (“Maaifrequentie” in modellen van 2015)

De instelling Interval regelt de frequentie van de maaicycli van uw gazon (inclusief alle subzones). Deze instelling is ook beschikbaar per zone. Selecteer de gewenste optie voor de gevraagde zone. De geselecteerde optie wordt geel. U kunt kiezen tussen:  'Elke 2 dagen', 'Twee keer per week' of 'Een keer per week' (komt overeen met de maaifrequentie 'Hoog', 'Gemiddeld' en 'Laag').

Zones

Met dit menu-item kunt u het gebied van de hoofdzone instellen, extra zones (subzones) of afzonderlijke zones instellen. Om de grootte van de hoofdzone te wijzigen, klikt u op het vak Hoofdzone.

Belangrijk!

1) Als u een subzone voor de Robomow wilt instellen, moet u deze eerst in het basisstation plaatsen.

2) Als de oppervlakte van uw hoofdzone gelijk is aan de maximale oppervlaktecapaciteit van uw Robomow, kunt u geen extra zones definiëren.

3) Zorg ervoor dat de ingang van de subzone correct is geïnstalleerd, volgens de instructies in de bedieningshandleiding van uw Robomow.

Om een ​​extra zone te definiëren, klikt u op de knop "Toevoegen" in het zone-instellingsvenster. In het venster Zone toevoegen heeft u twee opties: 'Sub-Zone' (dit is een zone die de maaier alleen kan bereiken) of 'Aparte Zone' (dit is een zone die de maaier niet alleen kan bereiken).

Subzone

Om een ​​subzone in te stellen, klikt u op het subzoneveld. Als de maaier zich in het basisstation bevindt, geeft hij een signaal af dat hij het basisstation verlaat. Kort daarna vertrekt hij van de basis en begint langs de draad te rijden zonder de maaimotor(en) te activeren. Terwijl Robomow naar de ingang van de subzone rijdt, ziet het app-venster er als volgt uit:

U moet de maaier volgen terwijl deze langs de rand rijdt. Wanneer de maaier zich ruim binnen (minstens 1-2 meter) van een subzone bevindt, drukt u op de rode stopknop op de app. Dit is het punt waar de maaier de rand verlaat en de subzone begint te maaien bij de volgende maaiwerkzaamheden. Nadat u op de STOP-knop in het app-venster hebt gedrukt, stopt Robomow en verschijnt er een nieuw venster.

Hier moet u de grootte van de subzone opgeven. Gebruik de bedieningselementen om de maat te selecteren. Klik op de knop Opslaan als u klaar bent. De programmering van de subzone is nu voltooid.

Gescheiden Zone

Om een ​​afgescheiden zone te betreden, moet u op de knop Afgescheiden zone klikken (zie onderstaande afbeelding) en vervolgens op de instelling van de oppervlaktegrootte klikken om het gebied van de afgescheiden zone in te stellen. Klik op de knop Opslaan om de instellingen op te slaan.

Eilanden

In zeldzame gevallen zult u merken dat de maaier onnodig rond een perimeter-eiland cirkelt terwijl hij naar het basisstation zoekt.

De optie Eilanden helpt deze situatie te overwinnen. Om dergelijke gevallen te voorkomen, schakelt u de functie Eilanden per zone in.

Belangrijk!

Als de functie Eilanden is ingesteld op Aan, voert de maaier een speciale methode uit om naar het basisstation te zoeken. Als gevolg hiervan kan het langer duren voordat de maaier bij het basisstation aankomt.

In de buurt van draad volgen

Met dit menu-item kunt u definiëren hoe Robomow de perimeterdraad volgt op weg naar het basisstation. U kunt deze optie voor elke zone afzonderlijk selecteren en instellen.

Zet deze optie aan en uit door de controller op "ON" of "OFF" te zetten. Stel een maximale afstand in met de Max. Afstandscontrole. Dit geeft aan hoe ver Robomow van de draad mag gaan terwijl hij terugrijdt naar het basisstation. U kunt ook een minimale afstand instellen met de Min. Afstandscontrole. Dit geeft aan hoe dicht Robomow bij de draad kan komen terwijl hij terugrijdt naar het basisstation. Merk op dat de cijfers niet de werkelijke meeteenheden vertegenwoordigen. Druk op de knop Opslaan als u klaar bent.

Externe basis

Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar voor RC/MC-modellen.

Met het menupunt Externe basis kunt u een basisstation buiten het gazon opzetten.

Belangrijk!

Het externe laadstation moet correct zijn geïnstalleerd. Anders is er geen waarde in deze instelling. Raadpleeg daarom de bedieningshandleiding voor de juiste installatie-instructies. U kunt kiezen in welke zone het externe laadstation zich bevindt – in de Hoofdzone of, indien relevant, in een Gescheiden Zone. De optie Externe Basis kan per zone worden ingeschakeld door de controller op "AAN" of "UIT" te zetten. U moet de afstand van het basisstation tot de rand specificeren met behulp van de schuifregelaar Afstand. Dit zal specificeren hoe ver Robomow zal terugrijden wanneer hij vertrekt vanaf de basis.