Hoe wijzig ik de instellingen voor "Maaieropties" in mijn maaier via de Robomow-app?

Door op de "Menu"-knop op het startscherm van de Robomow-app te drukken, ziet u het menu Instellingen zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding.

Klik op "Gazon- en maaierinstellingen". Er verschijnt een nieuw venster met alle opties die kunnen worden ingesteld voor zowel uw gazon als uw Robomow.

Met deze optie kunt u uw gazongrootte, eilanden, draaiinstellingen instellen en nieuwe zones toevoegen.

Notificatie instellingen

Met deze optie kunnen diefstalmeldingen, operationele waarschuwingen en veiligheidsmeldingen worden geactiveerd. (Om meldingen te ontvangen, moet een externe connectiviteitsmodule (GSM / Robo Connect) worden geïnstalleerd en ingeschakeld op uw Robomow.)

Kinderbescherming (Ouderlijk toezicht)

De kinderslotfunctie vergrendelt de knoppen van de maaier om onbedoelde bediening, vooral door kinderen, te voorkomen.

Opmerking: deze functie vergrendelt alleen de knoppen op de maaier zelf. De bedieningsknoppen in de app zijn niet vergrendeld met deze functie.

Als het kinderslot is ingesteld op 'Aan', moet u om de maaier te bedienen eerst op een van de bedieningsmodusknoppen drukken en vervolgens op de OK-knop drukken om te bevestigen.

Randmodus

Met deze optie kunt u het afkanten overslaan wanneer u in de automatische modus werkt. D.w.z. als deze instelling is uitgeschakeld, maait Robomow de randen van uw gazon niet aan het begin van elke maaicyclus. Als het maaien echter handmatig wordt gestart (door op de knop Edge&Mow op de maaier of in de app te drukken), wordt dit gedaan ongeacht de instelling van de parameter Edge Mode.

Met deze menuoptie kunt u de regensensor van Robomow activeren of deactiveren. Om deze optie in of uit te schakelen, moet u de controller op "ON" of "OFF" zetten.

In het gebied "Huidige meting" kunt u de huidige meting van de regensensor zien. Met de gevoeligheidsregeling kunt u instellen hoe gevoelig Robomow is voor regenachtige omstandigheden. Opmerking: Regen/vochtige omstandigheden worden gedetecteerd wanneer de “Huidige aflezing” onder de instellingswaarde voor Gevoeligheid komt.

In dit geval stopt de maaier met werken en keert terug naar de basis.